‘Mechanisch beeldhouwen’. Zo omschrijft eigenaar Hilbrand Pierik het werk dat zijn medewerkers bij Warnier Precisiemetaal in IJlst uitvoeren. Tot zijn verdriet merkt hij dat de jongste generatie leerlingen dat anders ziet. Die kiest liever voor een opleiding die hen een ‘schone’ baan op een kantoor garandeert en laten de techniek links liggen. Daarom probeert hij ze zelf te overtuigen van het mooie van de metaalsector.
Lees hieronder verder
“De techniek was vroeger veel meer zichtbaar. Tegenwoordig zitten onze producten verstopt. Dat is jammer, want daardoor zien jongeren niet hoe inteeressant ons werk is. Het denkniveau is minimaal mbo. Helaas is het zo dat degenen die daarover beschikken niet kiezen voor een baan in de maakmarkt.” Daarom heeft Pierik zich aangesloten bij een overleg. De overheid, het onderwijs en de ondernemers slaan de handen ineen om jongeren voor de techniek te winnen. “Juist havisten met technische aanleg kunnen in de maakindustrie heel veel kanten op: aan het werk met hoofd én handen, ontwerpen en maken”, zegt Pierik. Ouders zijn erg bepalend bij de studiekeuze van hun kinderen.
Warnier Precisiemetaal is een verspaningsbedrijf en maakt onder meer producten voor de voedselindustrie, de luchtvaart, petrochemische industrie, waterzuivering, en het openbaar vervoer. Het bewerkt materialen zoals RVS, aluminium, brons, titaan, messing, gietijzer en kunststoffen. “Alles custom made”, zegt Pierik. “Vaak zijn onze producten onzichtbaar, maar als onderdeeltjes onmisbaar voor de werking van machines. Voor de jachtbouw worden onderdelen gemaakt die juist wel zichtbaar zijn: strak afgewerkt en een lust voor het oog.”
CREATIEVE GEESTEN
Pierik vertelt vol passie over het vak. Hij draagt dat enthousiasme ook over op zijn vijftien medewerkers, die hij zo veel mogelijk stimuleert via aanvullende cursussen zich te blijven ontwikkelen. “Het worden zo vakmensen en creatieve geesten. Ze denken mee over nieuwe richtingen die we met het bedrijf kunnen inslaan. Daarom neem ik mijn mensen ook serieus. Dat kan inhouden dat ik mijn plannen en ideeën bijstel vanwege hun inbreng.”
bron: Ondernemend Súdwest-Fryslân, zomer 2012, p.34-35
